We schrijven zomer 2018, het is snoeiheet. Mijn nieuwe liefde komt zwemmen. Ik ga nog snel een paar blote jurkjes scoren, want niets past meer sinds ik in de liefde ben. In de veel te dure winkel trek ik twee jurkjes uit de rekken. King Louie, met lieve bloemetjes. Kostuum van de bakfietsmoeder die met rosétje in de hand over de festivals paradeert, regenlaarzen onder de pofgemouwde meisjesjurk. De winkeldames kirren naar behoren en binnen het half uur sta ik buiten, kapitaaltje armer – Louie is koninklijk geprijsd, een groen en gestreept jurkje rijker.
Nieuw lief merkt het groene jurkje niet op. Slechte beurt, fatale minpunten. Er komt een nieuwer lief in beeld. Een nieuw oud lief: kleine 30 jaar in elkaars leven, vijf mooie zomerliefdes gehad en nu zo’n 10 jaar uit het oog. Nooit uit het hart. Ik waag er een mailtje aan, in het wilde weg. Drie pogingen is het me waard en bij de derde vliegt mijn ‘Hallo’ weg. Zijn adres toch nog in de vingers. Schrik, opwinding, afspraak gemaakt.
En zo stap ik opgetogen in mijn groene jurkje de Levantkade op. Daar staat hij. Ach ja, zo dus, het is maar even onwennig. ‘Je ziet er goed uit, leuke jurk’. Dank, het zal de liefde zijn. Jammer, zegt hij. Wel weer een moeilijke, zeg ik. We gaan naar de film, als vanouds. En slaan de armen om elkaar, als vanzelf. Een week en tientallen mails later ben ik in de buurt. Lief 1 heeft geen tijd om samen te eten. Nieuw oud lief wil niets liever. In mijn groene jurkje op het terras is er geen houden meer aan. We zoenen, we bestaan weer.
Vier winters later is het groene jurkje vereeuwigd in een wijnveld in Piemonte, voor een tempel in Tokio en op een rivierwandeling in de Cevennen.
Zo werd op 3 augustus 2018 een groen jurkje Het Groene Jurkje.
